“Hoe de accu’s van de elektrische machines in goede conditie houden”
In het beginstadium de accu’s van uw maaier met regelmaat opladen.
De capaciteit, en daarmee de totale maaitijd, zal gedurende de eerste ladingen en maaibeurten
toenemen (let wel op onderstaand advies).
– LAAT DE MAAIER, VOOR MINIMAAL 8 TOT 10 UUR AAN DE LADER.
Tussentijds “even” bijladen heeft een negatief effect op de levensduur van de accu’s
– WANNEER DE LADER NIET WORDT GEBUIKT, DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT HALEN.
Wanneer de lader niet op de maaier is aangesloten, kan dit tot schade leiden aan de lader.
– DE ACCUCAPACITEIT-INDICATOR OP DE MAAIMACHINE, IS SLECHTS EEN INDICATIE VAN DE
RESTERENDE CAPACITEIT IN DE ACCU’S. Wanneer er een capaciteit van 20/25% wordt
aangegeven door de indicator, stoppen de maaimessen en kunt u nog naar de lader rijden.
– CONTROLEER ALTIJD OF HET LADEN VAN DE ACCU’S WEL NOODZAKELIJK IS.
Om de levensduur van de accu’s te behouden, is het raadzaam om te laden wanneer dit
noodzakelijk is! Heeft u slechts een klein deel van de accucapaciteit nodig voor één
maaibeurt, is het raadzaam om pas na een (bv.) tweetal maaibeurten de accu’s bij te gaan
laden.
– INDIEN DE MACHINE VOOR EEN LANGERE TIJD NIET WORDT GEBRUIKT, LAAT HEM DAN
AAN DE LADER. Indien u de maaimachine voor een langere tijd niet gebruikt, kan de maaier aan de lader blijven staan.
Na het laadproces, schakelt de lader over op het zogenaamde druppelladen. De accuconditie wordt dan optimaal gehouden door de lader.
– TIJDENS DE WINTERSTALLING VAN DE MAAIER, DIENEN DE ACCU’S VOL TE ZIJN/BLIJVEN.
Het is raadzaam, om tijdens de winterstalling, ervoor te zorgen dat de accu’s vol blijven.
Door ontladen accu’s tijdens de winterstalling in een koude omgeving of tijdens vorst kunnen
de accu’s schade oplopen en zodoende onherstelbaar defect raken.